Al een tijdje post ik elke maandag
een blij en vrolijk makend bericht.
Bijvoorbeeld een goed idee voor een meer
groene, duurzame en sociale wereld.
Om elkaar te helpen, te ondersteunen
en de broodnodige moed in te spreken.
En soms post ik ook gewoon iets
grappigs wat mezelf een fijn gevoel geeft.
Om de week een beetje goed te beginnen.
Een middeleeuwse techniek om graslanden te bewateren is door VN-organisatie Unesco uitgeroepen tot immaterieel erfgoed. 'Onze verre voorouders wisten al hoe ze slim water moesten vasthouden.'
Er hangt vrieskou in de lucht, maar toch ligt er geen ijs op het weiland dat onder water staat. "Dat is een van de geheimen van dit oeroude irrigatiesysteem", zegt Luc Jehee, projectleider droogte bij de provincie Overijssel. "In de winter weert deze bewatering de vorst, zodat je het grasland zo goed mogelijk in stelling brengt voor het voorjaar."
Jehee zet zich met ziel en zaligheid in voor landgoed Lankheet in Haaksbergen, op de grens van Overijssel en Gelderland. Hier koestert hij de vloeivelden, een eeuwenoude techniek van boeren-waterbeheer om opbrengsten van hooi te verhogen. Gedurende de winter staan vrijwel alle weilanden op het landgoed blank met een dunne laag licht stromend water.
Deze manier van waterbeheer is nu door Unesco erkend als waardevol immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid. Er waren al vier andere Nederlandse tradities in de Uneso-lijst van levend erfgoed: het ambacht van molenaar, de corsocultuur, de valkerij en zomercarnaval.
Vloeiweides
Op twee plekken in Nederland worden nog vloeiweides in stand gehouden. Behalve in Haaksbergen is dat in de Pelterheggen in Bergeijk. In dit Noord-Brabantse natuurgebied wordt via een kanaal water aangevoerd uit de Maas. Via een ingenieus stelsel aan slootjes en greppels bevloeit dit water de hooilanden. Het hooi diende vroeger als voer voor de paarden in de nabijgelegen cavaleriekazernes. Vandaag de dag houdt Natuurmonumenten de vloeiweides in stand vanwege de bloemenrijkdom, met herfsttijloos en brede orchis.
Op het Twentse landgoed Lankheet zijn rond de eeuwwisseling de oude vloeiweides in ere hersteld, vertelt Luc Jehee. "Deze medaille kent twee kanten: cultuurhistorie en klimaatadaptie. Dit is een fantastische methode om water te sparen voor droge periodes. Klimaatadaptief noemen we dat. Vanouds was het een systeem waarbij boeren het water uit beken over hun grasland lieten lopen bij wijze van bemesting. Natuurlijk water bevat voedingsstoffen. Bevloeiing was een effectieve manier voor verbetering van de opbrengsten van hooi."
Eind negentiende eeuw was de techniek van het laten onderlopen van weilanden heel gebruikelijk bij de ontginning van schrale zandgronden voor de landbouw. In 1893 is zelfs een Staatscommissie ingesteld voor de bevloeiingen, onder leiding van Gerrit Jan van Heek, oprichter van de Heidemaatsschappij. Door de komst van kunstmest raakte de bemesting met natuurlijk water in onbruik.
Aan de hand van oude kaarten met minislootjes en ondiepe sleuven, is het historische irrigatiesysteem in oude glorie teruggebracht. Het water komt uit de naastgelegen Buurserbeek, die kronkelend door het landschap gaat. Een helofytenfilter haalt er fosfaat en stikstof uit. Vrijwilligers brengen zogeheten kroeven aan, mobiele stuwtjes om via greppels het stromende water te sturen.
Oude boerenwijsheid
Bevloeiingsweiden zijn nog te vinden in zeven Europese landen, waaronder Oostenrijk en Zwitserland. "Graslandbevloeiing is niet alleen een beproefde techniek die nuttig is voor landbouwers en natuur, maar ook een traditie die mensen verbindt in Nederland en daarbuiten", stelt een woordvoerder van het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap.
Luc Jehee ziet de erkenning door Unesco ook als kans voor de klimaatuitdagingen in landbouw en waterbeheer elders in het land. "Het is een oude boerenwijsheid waarmee we vandaag de dag ons voordeel kunnen doen. Vloeiweiden dienen bij hoog water als berging. Het is ook een methode om water vast te houden voor droge tijden."
Jehee: "In de droge zomer van 2021 was vrijwel nergens in Twente groen gras te vinden, behalve op de boerenweides van landgoed Lankheet. Dat was spectaculair."
bron
En weer wat geleerd.!
BeantwoordenVerwijderen