Tante Wil is een intelligente,
kunstzinnige vrouw met veel gevoel voor humor en maar weinig talent voor
opruimen. Ze heeft de hoop opgegeven om alles ooit nog op orde te krijgen. Haar
hulp wordt vriendelijk verzocht om de stapels heen te stoffen en zelf beperkt
tante Wil zich tot het betere camouflagewerk. Zo legt ze vrolijk een kleedje over de stapels op haar buro, zodat het
er toch gezellig uitziet.
De hoeveelheid spulletjes stoort
haar dus nergens, behalve in de slaapkamer. Ze zou zo graag eens wakker worden
in een rustige kamer met genoeg ruimte voor een dansje. “Ik weet niet eens waar
ik moet beginnen”, roept ze uit, “En jij hebt er toch voor doorgeleerd?” Onze
vingers jeuken en zo rijden we voor een weekend naar Drenthe.
Na de
koffie ruimen we de kamer uit en maken we een plan. Er zijn twee identieke
kledingkasten die, mishandeld door jaren volproppen, nogal geleden hebben. Wim
zet fluitend de planken en de ontzette achterwanden zo stevig vast dat de
kasten er weer fier bijstaan. Daarna delen we de kamer opnieuw in. De kasten
komen tegen één wand te staan, zo ver mogelijk uit elkaar in de hoeken. Zo
ontstaat er een tussenruimte die we overspannen met een plank met daar onder
een stevige kledingroe en een gordijnrail met een prachtige lap lichte stof
moet de rest doen. In plaats van een kamer vol kasten blijft nu een gave ruimte
met een lichte kastenwand over. Het bed
verplaatsen we. In een nisje ernaast komt een bedlampje met mooi zacht licht,
de telefoon, wat leesvoer en de wekker.
En
dan, na de lunch, begin ik met het uitzoeken van de kleding. Tante Wil blijkt
geen opbergsysteem te hebben. Bij het
inruimen van de schone was gold blijkbaar alleen de wet van de minstvolle
plank, en na verloop van tijd elk vrij plekje op tafel, stoel of de vloer.
Al sorterend vind ik 21 zwarte koltruitjes, kleding met de prijskaartjes er nog aan, medicijnen van tien jaar oud, drie compleet gevulde toilettassen (oh, die was ik al kwijt!), zelfgebreide washandjes van voor de oorlog, jaren-60 kleren (ware museumstukken) en met alle jassen vullen we beneden drie kapstokken want ze wil er niet eentje missen. Er zijn pyjama’s waarvan het elastiek krakend sterft en de verkleedkist van onze dochters krijgt een nieuwe impuls met indiajurken, mini-, midi-, en maxirokken, hoedjes en tassen.
Al sorterend vind ik 21 zwarte koltruitjes, kleding met de prijskaartjes er nog aan, medicijnen van tien jaar oud, drie compleet gevulde toilettassen (oh, die was ik al kwijt!), zelfgebreide washandjes van voor de oorlog, jaren-60 kleren (ware museumstukken) en met alle jassen vullen we beneden drie kapstokken want ze wil er niet eentje missen. Er zijn pyjama’s waarvan het elastiek krakend sterft en de verkleedkist van onze dochters krijgt een nieuwe impuls met indiajurken, mini-, midi-, en maxirokken, hoedjes en tassen.
De stapels
worden alsmaar groter. Dit gaat zo niet en tante Wil en ik bezoeken de
plaatselijke middenstand en komen terug met manden, koffers en hoedendozen. Dat
helpt! De manden en dozen doen het leuk boven op de kastenwand en bieden ruimte
aan allerlei losse spullen.
Daarna nemen we een besluit: Alleen de kleding
die tante Wil, zéker weten, nog gaat dragen én die nu in de kasten past mag
blijven, de rest gaat weg.
We vullen vuilniszakken met
de kleding die afvalt, uitgesplitst voor diverse doeleinden en de
uitverkoren-mag-blijven kleding sorteren we op draagbare combinaties die we
ophangen en op overzichtelijke stapels op de planken leggen. De schoenen netjes
op kleur op een rijtje eronder. Dit levert Tante Wil een compleet nieuwe kijk op
haar kledingcollectie op, ze en raakt nogal opgewonden van verrassende combinatiemogelijkheden.
Op
zondagmiddag staan we met zijn drieën uitgeput in een schone, lichte ruimte.
Het bed is opgemaakt met naturelkleurig, vers beddengoed met een wollige plaid
die decoratief teruggevouwen over het voeteneinde ligt. Een spotje schijnt op
een antieke schrijftafel met sieraden en grappige hoedjes. Verder hangt er
enkel de weldadige sfeer van rust en ruimte.
Het ruikt er zelfs heerlijk door een geurlichtje met rozenolie.
Wij rijden
moe, maar tevreden naar huis en tante Wil gaat in bad en slapen.
Nu, een
paar maanden later, hebben we nog niet durven vragen hoe het er mee staat.
Waar een Wil is, is een weg.... ws allemaal kleine paadjes door haar huis :)
BeantwoordenVerwijderen