Het
was een prachtige ochtend in het bos. De lijster zat zacht te fluiten in de
struik onder de eik en de karper liet het water van de vijver af en toe even
rimpelen. Er woei geen wind, de zon scheen langs de takken, liet hier en daar
een druppel dauw glinsteren, en langs de rivier leek de grond wel te dampen.
Het werd een warme dag, maar het was nog een zachte, heldere ochtend.
De eekhoorn was vroeg opgestaan en snoof de geur
van hars en seringen in zich op. Hij liet zijn voeten bungelen in het water van
de vijver en vroeg zich af welke dag nog mooier zou kunnen zijn dan deze dag.
Een dag met dikke, verse sneeuw? Of een dag met zwarte wolken in de verte, als
de zon nog schijnt, en met bliksemschichten zo mooi dat je ze wel zou willen
pakken?
Naast hem lag een vel papier. Hij wilde een
brief schrijven. Hij wilde eindelijk weer eens iemand iets laten weten. Maar
hij wist niet wie of wat.
Hij pakte zijn pen en schreef:
Beste
Toen legde hij zijn pen weer neer. Hij wilde
iedereen wel schrijven: de albatros, de potvis, de buffel, de spitsmuis. Hij
wilde iedereen wel feliciteren of uitnodigen of vragen of ze ooit zo'n mooie
dag hadden meegemaakt. Maar met wie moest hij beginnen?
Al denkend sloot hij zijn ogen. In zijn
gedachten zag hij de woestijn en werd het heel warm. Hij zocht de schaduw van
een rots op en viel in slaap.
Plotseling schrok hij wakker. Er dreef een
klein, bijna doorzichtig wolkje langs de zon. Hij wist meteen weer waar hij was
en pakte zijn pen. Ik ga de mier schrijven, dacht hij, en het geeft niet wat.
Hij las wat hij al geschreven had:
Beste eekhoorn,
Hij fronste zijn voorhoofd. Beste eekhoorn?
Had hij dat zelf geschreven?
Maar hij wist plotseling wat hij verder
schrijven moest.
Je vroeg je af of je ooit zo'n mooie dag hebt
meegemaakt. Het antwoord is: nee.
Dag,
jezelf
Vreemde brief, dacht de eekhoorn. Maar hij
stuurde hem toch weg. Met een lichte bries werd de brief even later weer bij
hem bezorgd. Vlug maakte hij hem open en las:
Beste eekhoorn,
Dank je wel voor je brief. Ik wil je alleen nog
even laten weten dat er nog veel meer van zulke mooie dagen zijn die je nooit hebt
meegemaakt. Ontelbare!
Dag,
jezelf
De eekhoorn keek naar de lucht, naar de wind,
naar de struiken, naar het water, naar zijn pen en naar zijn hand. De lijster zweeg en de karper was in de diepte
verdwenen.
Wat een dag, dacht de eekhoorn en hij deed zijn
ogen dicht.
Toon Tellegen
Ik ben gek op Tellegen. En wat een mooie foto's!
BeantwoordenVerwijderenmooi
BeantwoordenVerwijderen