Binnenkant
We leven nog!
Wonderful, amazing, arty farty
Een gesprek over verbinding
De geestelijk leiders ontmoeten elkaar met een omhelzing. Eén keer eerder gingen Karrat en Rookmaaker met elkaar in gesprek over vrijheid en religie, in 2021. Nu beleven beiden een hectische en spannende periode. Juist daarom zien ze de noodzaak om bij elkaar te komen. Niet om het over schuld of boete te hebben, maar om over verbinding te praten.
Wie is wie?
- Azzedine Karrat is imam in Rotterdam en Utrecht en directeur bij de IslamOmroep.
- Joram Rookmaaker is rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam en de krijgsmacht.
Hoe waren de reacties binnen jullie gemeenschappen op de gebeurtenissen?
Rookmaaker: "De impact op de gemeenschap is enorm. Veel leden van de Liberaal Joodse gemeente in Amsterdam-Zuid, waaraan ik verbonden ben, zijn betrokken geweest bij wat er is gebeurd. Op die vrijdag bijvoorbeeld, door Israëliërs naar Schiphol te rijden. En er heerst angst: mensen die niet kunnen slapen. Bij ouderen komen herinneringen aan de Shoah, de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog, naar boven."
Karrat: "Als er iets is wat gedeeld wordt, is het de onzekerheid die men voelt. Mensen vragen zich af wat de toekomst brengt. Zo is er veel angst over de politieke ontwikkelingen die we nu zien en dat die zich kunnen doorzetten - zo gaat het nu opeens over een integratieprobleem."
Was dit een incident of gaat het hier over een breder probleem in de samenleving?
Rookmaaker: "Laten we reëel zijn: wat er vorige week donderdag is gebeurd, is gelukkig niet eerder gebeurd. En laten we ook vooral hopen dat het niet nog een keer gaat gebeuren. In de Nederlandse samenleving zien we tegenwoordig meer antisemitisme, intimidatie en bedreigingen, en niet pas sinds 7 oktober. Antisemitisme zien we helaas in de geschiedenis van heel veel verschillende kanten in de samenleving komen. Daarbij was de Shoah geen islamitische uitvinding."
Karrat: "De politiek velt nu heel snel een oordeel over de islamitische gemeenschap als collectief. Dat is heel gevaarlijk. Want wat is die gemeenschap? Gastarbeiders van de eerste, tweede of derde generatie? Jongens of meisjes, mannen of vrouwen? Hoogopgeleid of jongeren uit een achterstandswijk die hebben moeten overleven? Of hebben we het over criminelen die onderdeel zijn van een criminele groep? Beoordeel mensen daarom als individuen, niet als onderdeel van een vaag gedefinieerd collectief."
Sommige Joodse Nederlanders en islamitische Nederlanders voelen zich verantwoordelijk gehouden voor daden die zij zelf niet hebben gepleegd. Herkennen jullie dat?
Rookmaaker: "Op veel plekken was dit afgelopen jaar een probleem, zoals op scholen en universiteiten. Mensen die vanwege een bepaalde mening worden uitgescholden, of er wordt geroepen dat hier geen plek voor zionisten is. Dat is een enorm punt."
Karrat: "Het is vreselijk om alleen al te realiseren dat mensen bang worden of gekwetst worden om het recht om er te zijn. Dat mensen die angst voelen of ervaren, is de werkelijkheid. In de Nederlandse samenleving keuren we fysiek en emotioneel geweld af. We moeten geweld nooit normaliseren." Terugkomend op de vraag: "Mensen die zich dag in, dag uit inzetten voor de samenleving, voelen veel pijn, zoals moskeebestuurders, docenten, buurtvaders en buurtmoeders die dat allemaal vrijwillig doen. Vervolgens zitten zij 's avonds voor de tv om te horen dat ze onderdeel zijn van het probleem. Dat is pijnlijk."
Rookmaaker: "Volgens mij zijn alle religies bezig met de vraag: hoe maak je een betere wereld? Dus dat gesprek moet gevoerd worden. Als wij het hier al niet met elkaar eens kunnen worden en dat vertalen naar geweld en discriminatie, hoe kunnen we ons dan aanmatigen dat we weten hoe ze het daar in het Midden-Oosten met elkaar doen? Ik geloof niet dat dat ergens toe gaat leiden."
Karrat: "Je bestrijdt antisemitisme niet met moslimhaat. En moslimhaat niet met antisemitisme."
Premier Dick Schoof sprak van een "integratieprobleem".
Karrat: "Mijn kinderen zijn hier geboren, dromen in het Nederlands, spreken in het Nederlands. Het is pijnlijk dat we het nog steeds over integratie moeten hebben. Dat heeft een polariserend effect op de samenleving. Er is geen integratieprobleem, er is een perceptieprobleem. Mensen oordelen over een ander zonder die persoon te kennen."
Rookmaaker: "Je gaat niks oplossen met een hele groep de schuld geven van iets wat individuen doen. De vraag moet zijn: hoe komen we tot een samenleving waarin we vredig met elkaar leven?"
Hoe komen we tot zo'n samenleving waarin we vredig met elkaar leven?
Rookmaaker: "Door met elkaar te praten. We wonen in een gelukkig, mooi, welvarend, divers en veilig land. Dat land wordt niet gemaakt door de regering, door gemeenteambtenaren of de burgemeester. Dat land maken wij als bevolking."
Karrat: "Ik denk dat wij als diverse groepen in de samenleving dezelfde zorgen delen. Mensen zijn nu angstig, zien haat, en de islamofobie neemt drastisch toe. Het baart mij zorgen wanneer politici gebruikmaken van dit soort momenten om haat te verspreiden, om mensen tegen elkaar op te zetten. Zij kunnen bijdragen aan nare tijden die ons tegemoet zullen komen. Als individuen en als gemeenschappen kunnen we elkaar opzoeken en met elkaar in gesprek gaan om zo een tegenreactie te vormen. Alleen zo komen we van die angsten af die de samenleving slopen."
Rookmaaker: "Ik denk dat wij deel van de oplossing zijn, en dat scholen, universiteiten een deel zijn, net als instellingen in de gemeenschap. Iedereen is daar deel van. En ik geloof niet dat we alleen politici de schuld kunnen geven van polarisatie. Ik geloof dat we daar allemaal een verantwoordelijkheid in hebben."
Hoe komen we bij die polarisatie vandaan?
Karrat: "Er zijn veel jongeren met pijn en verdriet. Dat wordt nu op een heel foute manier geuit. Maar die emoties zijn er en komen ergens vandaan. Dat is niet het goedpraten van geweld, maar probeer de persoon en zijn pijn te zien. Dan zul je ongetwijfeld samen naar een oplossing kunnen werken. Het helpt niet als je de persoon per definitie als een gevaar beschouwt of als een onderdeel van het probleem."
Rookmaaker: "Ik vind het heel mooi wat je daar zegt. Veel polarisatie en ontsporing in Nederland van het afgelopen jaar komen voort uit een gebrek aan erkenning van de pijn op verschillende plekken in de samenleving. Pijn over wat er in het Midden-Oosten gebeurt, ieder vanuit een eigen perspectief. Het moet mogelijk zijn om die pijn te erkennen, zonder noodzakelijk je eigen mening door te hoeven drukken. Empathie voor waar de ander mee zit, kost niks. Dat moeten we als land oefenen met elkaar. Door aan een ander te vragen: hoe is dit voor jou?"
Karrat: "Dus laten we mensen als mensen beschouwen. Begin met een glimlach of met gedag zeggen. Dan zetten we al een grote stap. Misschien kunnen we de wereldpolitiek niet veranderen, maar we kunnen wel invloed hebben op de interacties die wij zelf met anderen aangaan."
Vrede op aarde
Het NRC noemt Freek de Jonge: 'Ouderwets goed'.
Haat kun je niet bestrijden met haat
Het is allemaal heel gecompliceerd; ik heb de waarheid niet in pacht. Zeker niet. Maar deze gesproken column zou toch iedereen een keer moeten beluisteren.
Achter elk raam is iemand voor wie dat zijn/haar wereld is
Belastingaangifte doen als zzp-er!
Dat maakt toch je hele dag!!!
Vanmorgen zag ik in de hal dit hartje op de grond liggen.
Het blad was voor mijn gevoel speciaal voor mij naar binnen gewaaid.
Ik nam de trap naar boven in plaats van de lift, en probeerde die actie niet puffend en mopperend uit te voeren, maar met een gevoel van lief zijn voor mezelf, door mijn lijf uit te dagen en sterker te maken.
Dat kwam zo:
Verder was het natuurlijk heerlijk om weer op Vlieland te zijn.
We hebben veel films gekeken, lekker gekookt en gegeten, gepuzzeld en gelezen en sterretjes gevouwen. We kennen elkaar al meer dan dertig jaar, maar we raken echt nooit van ons leven uitgepraat.
Voor het Vlielandweekend had ik een workshop patroontekenen gevolgd die ik cadeau had gekregen van een vriendin nog voor mijn verjaardag. Ik heb onder begeleiding een patroon van een bestaande omslagdoek / vest van haar nagemaakt. En geknipt uit een gebreide fleece stof die je (lekker makkelijk) niet hoeft af te werken. En een strook met franjes uit dezelfde stof gesneden. Thuis heb ik de boorden en de franjes eraan gezet. En klaar was Kees/Toos.
Ik ben er blij mee. Het zit heerlijk warm, geeft mijn figuur (zeker van de voorzijde gezien net wat extra lengte. Enne... met dit patroon kan ik ze nu heel simpel in een andere stof of kleur gaan maken. Om te dragen bij / over al mijn jurkjes...
Verder ben ik naar de uitvoering van Wim zijn koor geweest, Het was een jubileumconcert, Het koor bestaat 150 jaar en heeft een Koninklijke Erepenning gekregen van onze Koning, uit handen van onze burgemeester.
Het was echt een heel mooi concert. Ik kwam er helemaal vervuld vandaan.
Bij het weggaan stond ik even te wachten op Wim, toen ik werd aangesproken door de contrabassist van het orkest: U bent toch de moeder van Elsje? Kijk dat vind ik leuk. Hij en Elsje hadden op school in het licht & geluid team gezeten. De jongeman zei dat hij wel eens bij ons thuis was geweest, wat ik me niet kon herinneren, maar hij wel. Hij wist nog dat we een grote vleugel in de kamer hadden staan en dat onze oudste dochter zo mooi piano speelde.
Hij volgt onze dochter op Facebook en zei dat ze geen steek was veranderd sinds hun schooltijd. 'En u ook niet', voegde hij er nog aan toe. Dan hebben we het dus over twintig jaar en twintig kilo geleden... dat maakt toch je hele dag!
Rommelen en bijtanken
Vijf vragen om de ander en jezelf beter te leren kennen
Loes vindt het prima!
waar je je zomaar thuis kunt voelen...
Kijkt u anders even in de bar!
Groeten uit de lappenmand
Welk opruimtype ben jij?
We moeten allemaal wel eens opruimen.
De klaar-voor-de-crisis types willen voorbereid zijn op slechte tijden. Het zijn de ’Dat is zonde om weg te gooien, want je weet maar nooit!’ types. Ze halen ritsen en knopen uit hun oude kleren, hebben een provisiekelder vol blikvoer en kasten vol zeep en zoveel plastic tasjes en elastiekjes in voorraad dat ze nooit op raken. Misschien kan het klaar-voor-de-crisis-type meer uit het leven halen als hij of zij leert om iets minder bang te zijn voor rampspoed en schaarste.
De hebbers zijn hamsteraars, de ’Doe je dat kastje weg? Mag ik het dan?’ types. De ‘In de reclame neem ik er altijd 12 van!’ types. Het zijn meestal geweldige goede koopjesjagers. Als ze iets voor een prikkie kunnen meenemen zullen ze dat niet laten, ook al hebben ze er thuis al genoeg van. Dit soort types moeten zich tegen zich zelf beschermen. Boodschappen doen met een lijstje en eerst iets opmaken of wegdoen voor ze iets nieuws kopen.
De struisvogels zijn de types die er voor zorgen dat alles er voor het oog keurig opgeruimd uitziet, maar soms de deuren van de kasten niet meer dicht krijgen.
Lades zijn al jaren niet meer open geweest, alles is overvol, achter een deurtje.
Ze houden niet van rommel en zorgen dat ze die dan ook niet hoeven te zien.
Ze vergeten wat ze allemaal aan spullen bezitten en moeten vaak lang zoeken als ze iets willen terugvinden. Andere mensen kunnen ook niet helpen zoeken, want een goed systeem is er niet.
Struisvogels leven op een rommelbom. Als ze gaan verhuizen zijn ze voorlopig nog niet klaar.
Een struisvogel zou eens een foto moeten maken van kasten met de deur open. Confronterend, maar wel een hele goed aanmoediging om eens flink te gaan ontspullen.
De weggooiers zijn mensen die, als ze dan eindelijk de stap nemen om te gaan opruimen, in de paniek schieten en van de weeromstuit van alles gaan weggooien. Ze geven ongewild hun diploma’s met de vuilnisman mee. Later hebben ze spijt. Weggooiers moeten er voor waken dat ze niet te veel tegelijk willen doen als ze gaan opruimen. Ruim in alle rust een uurtje op. Stop op tijd. Of vraag iemand (niet ook een weggooier) om gewoon eens even mee te kijken.
De systeemzoekers zijn mensen die bij het opruimen steevast beginnen met het kopen van telkens weer nieuwe handige opruimattributen. Zij richten hun hoop op de nieuwe technische snufjes, heel handige stapelkratjes en digitale gadgets maar vergeten soms dat ze toch zelf aan de slag moeten. Een systeemzoeker kan het beste eerst de hoeveelheid spullen verminderen, daarna bekijken wat voor soort opruimsysteem hij of zij nodig heeft en dan pas met meetlint bij de hand dat gaan kopen.
De vasthouders zijn de types die spullen van vroeger willen houden. Ze kunnen geen afstand doen van de kast (met houtworm) die nog van oma is geweest of van die oude versleten theedoek die al zo vaak mee is geweest op vakantie. Ze zijn bang dat ze zonder de bijbehorende spullen zich mensen en situaties niet meer zouden kunnen herinneren. Als vasthouders leren hoe ze minder krampachtig vast hoeven te houden aan vroeger kunnen ze waarschijnlijk meer van het moment zelf genieten. Bovendien leren ze zo dat mooie herinneringen vooral in henzelf (en niet in hun spullen) geborgen zitten.
De liggenlaters zijn de mensen die altijd bang zijn spullen te vergeten als ze het niet meer in het zicht hebben liggen. Uit het oog wordt bij hen (denken ze) dan al snel uit het hart, en daarom stallen ze van alles om zich heen uit en dat ontaardt al snel in een enorme zooi waar niemand aan mag komen want anders raakt het maar kwijt. De sleutel voor de liggenlater is om vaste plekken te bedenken voor wat het huis in komt, zoals bijvoorbeeld post in een la. Zo leert hij of zij er op te vertrouwen dat de spullen, die uit het zicht, maar wel op een vaste plek zijn opgeborgen, altijd terug te vinden zijn.
Spullen hebben een vaste plek nodig, voor verplaatsers is dat helemaal belangrijk. Begin met een vaste plek voor een paar dingen die steeds 'kwijt zijn' zoals sleutels of schaar en breidt dat stap voor stap uit.
De proppers blijven maar stouwen in de kast en jawel hoor: spullen passen er (vaak) nog net bij, maar proppers zijn lang bezig om iets uit de kast te pakken of vergeten wat ze hebben en kopen dan maar nieuw. Proppers zijn gebaat bij meer lucht en overzicht in hun kasten. Ze kunnen het beste na elk opruimbeurt steeds als ze denken dat ze klaar zijn toch nog iets wegdoen.
Voor deze opruimen-is-zo-saai-types is het zaak om van elke klus een uitdaging te maken.
Ze kunnen bijvoorbeeld de was gaan ophangen met een muziekje erbij of te proberen een recordtijd neer te zetten. Of ze kunnen voor de verandering alle was op kleur of op maat hangen, ondertussen met een vriend bellen of met een cd meezingen. Maak er gewoon wat van en zorg desnoods voor een heel spannende beloning! (dat kun je wel aan de eigen fantasie van dit type overlaten...)
De pubers zeggen juist te gedijen bij een rommelige omgeving.
Ze vinden het wel avontuurlijk om de grenzen van de chaos op te zoeken. Ook al is het als ouder van zo’n puber moeilijk voor te stellen, hun eigen rommel kan ook staan voor veiligheid en warmte. En ter bemoediging: Meestal komt het wel weer goed als pubers op eigen benen leren staan.
de krant zit te lezen, terwijl zijn vrouw zich pas kan ontspannen als de tafel is afgeruimd,
de stoelen zijn aangeschoven, de ontbijtboel is afgewassen en alles netjes is opgeruimd.
Soms is er een list te verzinnen om meer op elkaars lijn te komen of zijn er afspraken te maken om elkaar niet te veel in het vaarwater te zitten. Maar het lijkt in ieder geval goed om ieders gevoeligheden uit te spreken en te proberen om begrip voor elkaars karaktereigenschappen op te brengen. Het helpt nu eenmaal wel als je zeker weet dat iemand geen rommel maakt puur om jou dwars te zitten of te ergeren. En het helpt ook om af en toe even te helpen om alles netjes op orde te krijgen, ook al was dat voor jou persoonlijk niet zo enorm hard nodig geweest.
Om het meer eens te worden kunnen afspraken gemaakt worden over opruimcriteria zoals:
'Dus als ik thuis kom en het is mijn beurt om te koken tref ik een schoon en leeg aanrecht aan!'
'Alleen het wasgoed dat in de wasmand ligt wordt gewassen.'
Kortom: voer voor psychologen, en wellicht een dankbaar onderwerp voor een gezellige huisvergadering.