Zoals iedereen wel weet, kan meneer Van der Peet
niet zo bijster goed tegen de hitte.
O, hij had het zo heet en hij heeft zich ontkleed
en hij is in de koelkast gaan zitten.
’t Was een heerlijk gevoel want daar had hij het koel
en hij is er zijn krantje gaan lezen.
Maar het hele gezin zocht zich gek in ’t begin
en riep steeds: “Waar zou vader toch wezen?”
En het duurde een week voor de keukenmeid keek
in de koelkast op zoek naar augurken.
En ze slaakte een kreet, want meneer Van der Peet
zat daar midden op ’t ijs op zijn hurken.
Ach, ze wisten geen raad. Als een diepvriestomaat
zat hij daar in het ijs opgesloten.
Maar mevrouw zei heel wijs: “Leg het hele blok ijs
bij de kachel, voorzichtig, niet stoten.”
Bij het knappende vuur smolt het ijs op den duur
en meneer Van der Peet kon weer praten.
“Hoe, wat heb ik het heet”, zei meneer Van der Peet.
“Waarom heb je me daar niet gelaten ?”
Nu vertelt hij het vaak aan een klant in de zaak.
“‘k Heb een week in de koelkast gezeten.
’t Was er zo fijn, ik bedoel: ’t was zo rustig en koel.
’t Was een week om nooit te vergeten.”
- Annie M.G. Schmidt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten