Bregje Hofstede van De Correspondent wil dat grondig uitzoeken en deed vandaag een oproep:
'Ruim je huis op en je zult ook je manier van denken radicaal veranderen', schrijft het Japanse opruim fenomeen Marie Kondo. Grondig opruimen is ‘een overgangsrite naar een nieuw leven’ waarin je, door het gebrek aan zooi, ‘zult zien wat je eigenlijke normen en waarden zijn.’ Kondo beschrijft opruimen letterlijk als ‘gewijde handeling’ en baseert haar aanpak ‘op het bidden in shintotempels.’
Opruimen heb ik nooit vanzelf gedaan. Ik bewaarde liever alles. Als mijn kinderkamer te lang een zwijnenstal was, schoof mijn moeder armen vol spullen in een vuilniszak: ‘Je ruimt het op, of het gaat weg.’ Tegenwoordig laat ik mijn bureau, vensterbank en vloer traag dichtgroeien, tot ik me niet meer kan bewegen zonder iets om te gooien. Natuurlijk: ik begrijp de praktische voordelen van een opgeruimd huis of kantoor. En ik vind mijn kamer mooier naarmate hij minder op een vuilstort lijkt.
Maar de betekenis die tegenwoordig aan orde wordt toegekend gaat vaak veel verder. Populaire auteurs schrijven over opruimen alsof het een nieuwe religie is: 'Uiterlijke rommel is een manifestatie van emotionele, mentale, spirituele rommel’. Professionele opruimcoaches beloven meer lichamelijke en mentale gezondheid. Schoon schip maken zou bijvoorbeeld een positieve invloed hebben op allergieën en zelfs op je gewicht. Het maakt je besluitvaardiger.
Volgens Charles Duhigg is opruimen zelfs een zogenoemde hoeksteengewoonte: Hij schrijft: ‘Elke ochtend je bed opmaken is gecorreleerd met meer productiviteit, meer welzijn, en je beter aan een budget kunnen houden.’
Het idee is: uiterlijke orde (een leeg bureau) leidt tot innerlijke orde (een opgeruimd hoofd).
Ons huis spiegelt onze geest. Als we opruimen, brengen we onze gedachten op orde.
Maar werkt dat echt zo? Kun je door op te ruimen simpelweg ‘kiezen’ voor gemoedsrust, zonder daarbij dingen onder het tapijt te schuiven?
De komende maand ruim ik mijn werk- en slaapkamer elke dag keurig op, terwijl ik een antwoord zoek op de vraag: wat steekt er achter de nieuwe opruimwoede?
Voor wie wil weten hoe dat afloopt: Het onderzoek van Bregje kan worden gevolgd:
worden-we-echt-gelukkiger-van-opruimen-help-het-me-uitzoeken
Men kan ook reacties achterlaten bij dit artikel. Psycholoog Jeffrey Weinberg schreef :
Huishoudelijke taken worden beschouwd als tweederangs. Stofzuigen, afwassen en strijken: zij staan onderaan in de rangorde van dagelijkse verantwoordelijkheden. Maar deze desinteresse is onterecht. Want wie met overgave poetst en boent, is psychologisch in het voordeel.
Men kan ook reacties achterlaten bij dit artikel. Psycholoog Jeffrey Weinberg schreef :
Huishoudelijke taken worden beschouwd als tweederangs. Stofzuigen, afwassen en strijken: zij staan onderaan in de rangorde van dagelijkse verantwoordelijkheden. Maar deze desinteresse is onterecht. Want wie met overgave poetst en boent, is psychologisch in het voordeel.
Dat het opruimen als minnetjes wordt beschouwd, is vooral te wijten aan het repeterend karakter ervan. De boel is nog maar net aan kant of daags later kan hetzelfde ritueel worden gevolgd. Goed beschouwd is dit een loos argument. Want het is juist dit dagelijks ritueel dat de mens een gevoel van innerlijke rust kan geven. Oefening baart kunst waardoor van het ritualistisch handelen een meditatieve werking uitgaat. Het opruimen wordt ook vaak gezien als een domme bezigheid; alsof een kind de was kan doen. Echt onzin. Nog niet zo lang geleden gingen meisjes naar de huishoudschool, waar serieus les werd gegeven in vakken als wassen, verstellen en strijken.
Nee, een kundig huishouder/ster heeft orde, overzicht, techniek, planning, gevoel voor timing, oog voor detail, geduld, incasseringsvermogen en intellect; allemaal ontwikkelde vaardigheden waardoor het argument van ‘dom werk’ gelijk de prullenbak in kan.
Zorg besteden aan het wegwerken van de chaos, is geen tijdsverspilling. Het is de beste manier om ruimte te maken in het hoofd; ook voor de man geen overbodige luxe.
Ik ben benieuwd wat er uit gaat komen.
BeantwoordenVerwijderenGroeten van Jeannet